Publicaties

Skip Navigation Links.
Recent verschenen
Collapse per documenttypeper documenttype
Expand per Unitper Unit
Expand per Clusterper Cluster

Zoeken naar publicaties:
Beperk het zoeken tot de velden:

ECN publicatie:
Titel:
Waardering van passiefhuizen volgens EPN en PHPP
 
Auteur(s):
Boer, B.J. de; Boonstra, C.; Jansen, D.
 
Gepubliceerd door: Publicatie datum:
ECN Efficiency & Infrastructure 3-11-2010
 
ECN publicatienummer: Publicatie type:
ECN-M--10-075 Conferentiebijdrage
 
Aantal pagina's: Volledige tekst:
11 Download PDF  (274kB)

Gepresenteerd op: IBPSA-NVL 2010 Event, Eindhoven, The Netherlands, 14 oktober 2010.

Samenvatting:
Passiefhuizen zijn woningen met een minimaal energiegebruik voor ruimteverwarming. De lage warmtevraag wordt bereikt door extreem goede isolatie gecombineerd met uitzonderlijk lage infiltratieverliezen en warmteterugwinning uit ventilatielucht. De woning verwarmt zich grotendeels ‘passief’ en heeft geen radiatoren nodig wat de extra kosten voor verbeterde gebouwschil verantwoordt. In deze studie is onderzocht hoe de energieprestatie van passiefhuizen in de Energie Prestatie Normering EPN [1] wordt gewaardeerd en hoe dit zich verhoudt tot de berekeningen in het voor passiefhuizen geëigende, in de Duitse praktijk gevalideerde, programma PassivHaus Projektieruings Paket (PHPP) [2]. Voor verschillende woningtypes (de SenterNovem referentie rijwoning, vrijstaande woning en appartementencomplex) met een EPC=0,8 is zowel in PHPP als in EPN onderzocht wat het effect is van het toepassen van passiefhuismaatregelen zoals o.a. verbeterde isolatie, lagere infiltratie, en balansventilatie. Uit het rapport [3] van deze vergelijkende studie blijkt, dat de verbeterde energieprestatie voor passiefhuismaatregelen volgens de EPN-berekeningen 16-35% bedraagt terwijl dit volgens de PHPP berekeningen circa 42-48% van het totale energiegebruik bedraagt. De lagere waardering voor passiefhuismaatregelen in de EPN, in vergelijking tot het gevalideerde PHPP rekenprogramma, heeft vooral zijn oorzaak in de verschillen in: - aanname van de interne warmtelast (6,0 W/m2 in EPN versus 2,1 W/m2 standaardaanname bij PHPP); - aanname voor de binnentemperatuur (Ti = 18 °C bij EPN of 20 °C in PHPP); - waardering van verbeterde isolatiewaarde (lager in EPN); - waardering van verbeterde luchtdichtheid (begrenzing voor zeer lage infiltratie in EPN); - waardering van reductie in hulpenergie installatietechnische maatregelen voor verwarming (lager in EPN). Met name de relatief hoge interne warmtelast in de EPN zorgt voor een beduidend lagere warmtevraag bij zowel de referentiewoning (EPC=0,8) als bij de passiefhuis variant. Dit zorgt ervoor dat maatregelen gericht op reductie van de warmtevraag in de EPN überhaupt maar weinig effect kunnen hebben. De EPN kent verder meer vaste instellingen dan PHPP voor o.a. luchtlekken en pompenergie. De bevindingen van deze studie zijn ingebracht bij de EPG-commissie. De genoemde knelpunten tussen EPN en PHPP zoals interne warmtelast, te hanteren binnentemperatuur en waardering verbeterde luchtdichtheid zijn, mede aan de hand van de adviezen uit het rapport, aangepast in de nieuwe EPG-versie die per 1 januari 2011 van kracht zal worden. De verwachting is dat energiebesparende maatregelen in de nieuwe EPG norm (NEN 7120) in vergelijking met de NEN 5128 beter gewaardeerd zullen worden.


Terug naar overzicht.